Waar je op het voortgezet onderwijs misschien nog af en toe hebt geoefend met je professional skills, is dat op de universiteit niet een groot punt van aandacht. Daarom hebben we de heer Boonen gevraagd ons een eindje op weg te helpen. Wat zijn bijvoorbeeld do’s en don’ts op een CV? Of wat trek je aan naar een sollicitatiegesprek? Wij vroegen de heer Boonen, trajectcoördinator van het Honours College Law (HCL), te reageren op enkele stellingen.
Stelling 1: CV meer dan één kantje, dealbreaker?
“Nee, het gaat er om wat er in het CV staat. Zolang deze transparant en overzichtelijk is en zolang ik het CV diagonaal kan lezen, is het goed. In het geval van een student, aan het begin van zijn of haar carrière hoeft het CV echt niet langer te zijn dan anderhalf A4’tje. Een belangrijke noot is echter wel: in een CV moeten geen volle zinnen staan!
De lengte van een CV is ook afhankelijk van de lay-out. Creativiteit is daarbij gewenst, maar houd het overzichtelijk. Soms zijn juist twee kantjes passend, maar soms ook niet. Het kopje personalia moet er eigenlijk wel bij, dus maak daar ruimte voor vrij. Een foto op je CV is ook onmisbaar.
Denk er ook aan voor wie je het CV maakt. Een bijbaan bij de Albert Heijn vraagt weer om een ander CV dan een CV voor de functie van onderzoeksassistent. Wees bijvoorbeeld tactisch met de opbouw van je CV. Of je beter eerst je werkervaringen kan noteren, of beter eerst je opleidingen, hangt af van de lezer van je CV. Het kan handig zijn om een basis-CV op te stellen die je kan aanpassen afhankelijk aan wie je het CV stuurt.
Concluderend, een CV hoeft echt niet één pagina te beslaan zolang het overzichtelijk, relevant, en tactisch blijft. Besteed liever drie of vier regels aan werkervaring die in het verlengde liggen van de baan die je wilt, in plaats van het opsommen van eindeloos veel baantjes. Deze kun je dan beter even kort benoemen onderaan je werkervaring.”
Stelling 2: Underdressed of overdressed aankomen op je sollicitatiegesprek?
“Ik heb liever ‘overdressed’, maar dat is heel erg persoonlijk. Ik heb wel eens op het punt gestaan om studenten naar huis te sturen bij een gesprek voor het HCL: een petje wordt niks, dacht ik dan. Bij een mondeling tentamen of sollicitatiegesprek ben je ‘te gast’ en je kleed je om die reden dan ook netjes en voorkomend. Dat zegt immers iets over representativiteit. De wereld van juristen, banken, kantoren en grote bedrijven willen medewerkers die er netjes uitzien. Dat wat je aandoet ziet een ander. Als dat zeer aan mijn ogen doet is dat niet erg prettig!
In de retorica geldt: kleding moet gepast zijn. Gepast is sowieso een sleutelwoord binnen de professional skills. Maar uiteindelijk staan intrinsieke kwaliteiten voor mij voorop. Zo geef ik uiteraard een 9 aan een slonzige, maar uitstekende student. En ook hecht ik meer waarde aan een collega die goed werk aflevert, dan aan een college waar je alleen fijn mee kan werken.”
Stelling 3: Liever een té korte motivatie of een té lang verhaal?
“Een te kort verhaal is altijd beter dan een te lange brief: voor de toelating aan het HCL is een brief van twee A4’tjes veel te lang: dat wordt niet gelezen. Als iemand solliciteert naar een vacature of het HCL hoef je je niet voor te stellen, dat doe je namelijk al in je CV. Geef in je motivatiebrief aan waarom je de inhoud van de vacature interessant vindt en waarom jij interessant bent voor de vacature. Doe dit direct in de eerste zinnen van de motivatie.
Je kunt het risico van een te lange brief ook omzeilen door je brief te beginnen met een samenvatting: deze kun je opdelen in een heel erg relevant gedeelte en nadere toelichting hiervan. Bijvoorbeeld: in de eerste alinea stel ik mezelf voor, in de tweede alinea geef ik mijn werkervaring en in de derde alinea geef ik aan waarom ik dit wil doen. De opbouw van je brief kun je ook aan het begin van de brief aangeven. Stuur de lezer, neem de lezer bij de hand. Er zijn allerlei verschillende mogelijkheden om je brief te structureren.”
Stelling 4: Hobby’s zetten op je CV, yay or nay?
“Ja, dit is een handig manier om je vaardigheden uiteen te kunnen zetten. Je moet je vaardigheden immers kunnen verantwoorden. Ik raad altijd een aparte categorie hobby’s en interesses aan. Je moet iemand ook een beetje leren kennen bij een sollicitatie: waar gaan we het over hebben bij de VrijMiBo of bij een Nieuwjaarsreceptie?
Noteer altijd je activiteit bij een studentenvereniging/studievereniging, bijvoorbeeld als je in een commissie zit! Een lidmaatschap alleen zegt niet zoveel, dus laat dat weg. Zorg dat er iets te vertellen valt over je doen en laten bij een vereniging. Anders wordt het een ongemakkelijk gesprek!”
Creativiteit mag ook blijken uit je CV: als creativiteit tot uitdrukking komt in één van je hobby’s, benoem dat dan! Speel je bijvoorbeeld in een bandje en treed je af en toe op? Zet dat op je CV en laat zien dat je geen plankenkoorts hebt!
Uit je CV moet blijken dat je bepaalde kwaliteiten hebt. Niet door middel van simpele beweringen, maar door middel van in het verleden bewezen vaardigheden.”
Stelling 5: Welke bijbaantjes van vroeger moet je zetten op je CV?
“Hierin moet je wel een beetje selectief zijn, het heeft geen nut om alles te vermelden. Je moet steeds denken aan de relevantie: staat deze ervaring in relatie tot hetgeen waarvoor je solliciteert? De bezorging van de ochtendkrant kan blijk geven van discipline en productiviteit. Als dit belangrijke kwaliteiten zijn voor de functie waarvoor je solliciteert is dit bijbaantje dus van toegevoegde waarde om te benoemen. Vergeet ook niet de korte activiteiten die je hebt gedaan: één of twee weken is voldoende om op je CV te zetten.”
Stelling 6: Talen zetten op je CV die je eigenlijk maar matig beheerst?
“Zonder meer, veel studenten maken hier een cruciale fout. Zelfs twee of drie jaar Duitse/Franse les op de middelbare school zou ik altijd vermelden. Basaal niveau in een vreemde taal kan al handig zijn aan de telefoon of voor kleine memootjes. Dit is zeer interessant voor veel bedrijven/kantoren. In Gelderland, Groningen en Limburg heb je bijvoorbeeld veel correspondentie met Duitsland. Wat basiskennis is dan handig.
In een CV moet dus altijd een apart kopje talen zitten: in één oogopslag moet duidelijk zijn welke talen je beheerst. Daarbij is het verstandig om je niveau te vermelden. Je kunt op die manier ook een taal vermelden die je maar op een matig niveau beheerst, wees hierin niet bescheiden!”
Stelling 7: Kleurgebruik in je CV yay or nay?
“Kleurgebruik kan met mate, maar dit is ook afhankelijk van de adressant. Gebruik kleur alleen om je CV mee te verduidelijken. Kleurgebruik kan immers blijk geven van creativiteit. Als dat een belangrijke kwaliteit is voor hetgeen waarvoor je solliciteert is het aan te raden om wat kleur te gebruiken! Maar meestal is het beter om je CV simpel te houden. Je kunt al genoeg onderscheidingen maken door middel van verschillende soorten lettertypes.”
Tenslotte gaf meneer Boonen ons het volgende advies mee: blijf kritisch op jezelf, zelfreflectie kan al tot grote verbeteringen leiden. Steek moeite en energie in de ontwikkeling van je professional skills.